Land van Cuijk

“M’n tuin is een stukkie hemel !”

Het is een bewolkte zondag, vaderdag eigenlijk, als ik op de koffie ben bij Maria en Henk van Elst in Cuijk.
“Ik heb gisteren nog in de tuin gewerkt, dan haal je zo maar 2 emmers onkruid weg. Gelukkig hebben wij geen zevenblad”, begint Maria opgelucht. “Wij houden van veel bloemen, zijn geen buxusmensen. Ja, ik weet het, dan krijg je rust in je tuin, maar ik heb er geen behoefte aan”.
Het is je eigen tuin, je mag het zelf weten. Hoe lang wonen jullie hier ?
Henk en Maria kijken elkaar aan: “Vanaf ’76 zo ongeveer. Bijna 40 jaar, maar tel er maar een jaar dubbel bij”, grapt Henk.
“Toen we hier kwamen lag er een stuk gras met daaromheen wat beplanting. Dat vond Henk maar niks, dat grasmaaien. Er zat ook veel onkruid in het gras. We hebben hiernaast een tuinhuisje geplaatst met hekwerk en schutting voor de afscheiding met buren en het pad. Iedereen op ons erf lopen, dat wilden we niet”, zegt Maria beslist. “Its mien, h?”, vult Henk lachend aan. “Nou ja, ik vind dat mensen meer aan de natuur in hun tuin moeten doen. Er komt steeds meer grind en een oprit, als ze hun auto maar kwijt kunnen”, vindt Maria.
Ze vertellen graag over hun reis naar Afrika. Ze hebben daar enorm van de natuur genoten.
Maria: “We zijn met familie naar Zuid Afrika geweest. Prachtige reis geweest. In onze tuin staat ook een stukje hemel uit dat land, kun je dadelijk zelf zien buiten”, wijst ze op mijn verbaasde gezicht.

Maria is secretaris van Groei en Bloei Land van Cuijk en Limburg Noord.
“Dat doe ik nu zo’n 20 jaar. Ik vind het nog steeds leuk werk, ik zit graag in het verenigingsleven. In het begin was ik notuliste, later ben ik in het bestuur gekomen. Ja, daar heb je gelijk in, tuinmensen zijn leuke mensen. En het bezoek aan de tuinen en de tuinreizen vinden we fijn, niet Henk ?”
Henk grijnst en haalt herinneringen op: “Het is altijd gezellig, soms denk je dat het genoeg over planten hebt gehad. Maar dan blijkt dat een stel mensen aan een andere tafel in het restaurant toch last van ons heeft en maar verkast. Jullie praten zoveel, horen we dan. Iemand met een snor haalde mij een keer naar voren en met een kachelpook werd ik geridderd tot Sir Henry. Kreeg ik ook nog een oorkonde op papier. En de reisleider vroeg een keer de buschauffeur ten huwelijk. Ja, we maken leuke dingen mee bij de tuinreizen”.
We lopen door hun kleurige tuin met een niet gepland cadeautje, een prachtige bloeiende papaver met een heleboel knoppen en daar zie ik een Afrikaans bordje staan: “M’n tuin is een stukkie hemel !” Voor Henk en Maria is dat volgens mij ook.