Land van Cuijk

“De tuin openstellen was gezellig, dat is voor herhaling vatbaar”

Ik zit met Ton en Marjet Roeterdink in Cuijk binnen, het is niet lekker genoeg buiten. Ik vraag hen of ze de tuin samen onderhouden.

Ton schudt zijn hoofd: “Niet echt samen, wij hebben ieder onze eigen taak. Ik snoei de rozen en de heggen en maai het gras. Over de plantjes worden Marjet en ik het niet altijd eens, dat laat ik aan haar over. Ik vind een leuke plant, kijk of er een plekje over is. Maar dit jaar is een vreselijk slakkenjaar, ze worden gelijk opgegeten. Dan zou ik ook weer moeten opletten welke planten niet door slakken worden opgegeten. Neen, daar maak ik me niet druk om”.

Hebben jullie hier altijd gewoond, Marjet?

“Wij hebben in Noord Holland gewoond met een vrij uitzicht de polder in. Ik herinner me veel vrolijke margrieten uit die tijd. Later woonden wij in Schagen aan het water, waar wij ’s winters schaatsten. Daarachter lag weer een plantsoen. Ja, wij hebben altijd mazzel gehad met uitzichten. Mijn kennis van planten? Ik lees veel, dat kan heel verhelderend zijn”.
Ton: “Wij zijn in 1989 naar Cuijk verhuisd. Eerst in een huurwoning, al zoekend naar een andere plek. Wij wilden een flink stuk grond erbij, waar wij ons gang konden gaan. En ik vind dat wij het hier goed voor elkaar hebben op onze 900 m2”, grijnst Ton. “Uiteindelijk wonen wij wel in Cuijk zelf met goede voorzieningen, scholen, een schouwburg, een station”.
Marjet vult aan: “Het is goed te overzien, wij kunnen nog met vakantie. Wij zijn een week naar Sicilie geweest”. “Maar dan heeft de tuin na al die regen hier wel een explosie ondergaan in groei”, zegt Ton.

Vinden hun drie kinderen tuinieren ook leuk?

“Ze vinden het wel leuk, maar in het begin hebben wij wel geholpen, want ze moeten ontdekken wat er leuk aan is”, aldus Marjet. “Neem het zevenblad, dat kan een crime zijn, maar wij hebben ervaren dat, als je het opwipt en als een tapijt oprolt en het daarna goed bijhoudt, ook dat meevalt. Ja, je hebt gelijk, je kunt ook borders van zevenblad houden, het ziet er mooi uit en het is eetbaar, dus ja, ook een oplossing.

Hebben Ton en Marjet zelf een eetbare tuin?

Ton: “Wij hebben appelbomen, rode bessen, frambozen, oost-indische kers”.
Marjet straalt: “Ik vind plukken in de tuin hartstikke leuk. Daarom zet ik ook planten die je kunt plukken. Ik heb bij Groei en Bloei bloemschikken gedaan”. Jan: “En je hebt een plantencursus gedaan en je kent heel veel planten bij naam”. Bescheiden antwoordt Marjet: “Die namen verdwijnen soms ’s winters en komen dan in de zomer weer tevoorschijn. Ik heb een aantal jaren in de tuincommissie gezeten, sinds ik daar niet meer in zit doe ik er niet zoveel meer mee. Maar toen Anke Leijdekkers voorstelde dat ik de tuin zou openzetten, vond ik dat wel leuk. Het was heel warm”.
Ton zegt beslist: “Wij hebben wel zo’n 100 bezoekers gehad, dat kon ik aan de plastic bekertjes zien. Ja, ik vind de openstelling van onze tuin wel voor herhaling vatbaar, niet Marjet?”

Terwijl Marjet knikt, vraag ik naar hun overige bezigheden in het verleden en heden.

Ton heeft bij het Energie Onderzoeks Centrum in Petten gewerkt en was daarna hoofd technische afdeling aan de Universiteit van Nijmegen. Hij helpt momenteel mensen met computers, fotografeert niet onverdienstelijk en monteert films. Hij belooft mij een aantal foto’s van de tuin te sturen voor de website van G&B. Marjet doet veel aan muziek.
“Ik doe aan huismuziek, gewoon met elkaar spelen, een paar keer per jaar organiseren wij iets in de Stevenskerk, dan laten groepjes van zich horen. Ik speel blokfluiten in diverse groottes. Dat is mijn winteractiviteit, de zomers zijn voor de tuin”, glimlacht zij.
Marjet en ik lopen samen door hun tuin, die er al weer anders uit ziet dan toen zij hun open tuindag hadden. Aan het eind overhandigt Marjet mij een prachtig handgebonden boeket, dat zij al vertellend voor mij heeft geknipt en dat zeker zo’n 10 dagen bij mij thuis heeft gestaan als herinnering aan dit mooie bezoek.