Vorig jaar ben ik, op verzoek van het bestuur, op bezoek geweest bij actieve leden. Deze keer ben ik, hartje zomer, bij Corry en Kees Berends in Bergen in de Maasduinen. Ik neem mij voor ook eens als toerist naar de Maasduinen te gaan. Wat een mooi gebied.
Kees vertelt over geliefkoosde bomen: “Wij hebben nu een mooie lindenlaan, ik had er 16 geplant. Maar ze deden het niet goed. Cuppen uit Mill erbij gehaald. Hij liet mij een holle tak zien, er zat wilgenhoutrups in. Ik werd er wat zenuwachtig van. Maar de wonden zijn bewerkt, er is 6000 liter voedingsmiddel voor lindebomen onder hogedruk ingepompt. Daar zat een vochtbindingsmiddel in, linden hebben veel vocht nodig. Nu is het een fantastische laan.
Corry komt er bij zitten en vertelt wat over de geschiedenis van huis en tuin. “Dit was een boerderij die bewoond werd door 3 mannen. Het had een paar jaar leeg gestaan, maar er was hier intensief geboerd, met zware bemesting. Je denkt dan als leek goeie grond, maar de grond was uitgemergeld, er was geen cultuur meer op mogelijk, wel voor mais maar niet voor bomen en een tuin. Het was helemaal kaal, op 2 perenbomen na. Behalve de grond bewerken heeft Kees kilometers heg gezet en veel notenbomen”.
Hoe groot is jullie terrein ? Ik kan heel ver weg kijken en zie daar paarden staan.
Kees grijnst me toe : “Wij hebben 6 hectare”. Ik een beetje dom gapend: “Pardon?”. Kees herhaalt: “6 hectare met een paardenhouderij en weilanden voor de paarden. Wij hebben hier 7 paarden en elders staat er nog een. Ik heb een paar mooie fokmerries te koop. Maar het hele spul staat nu te koop. Wij gaan hier weg, het zware werk wordt teveel. Ik heb de laatste tijd teveel blessures en ik ben het zat. Als het hier verkocht is hebben wij zicht op een ander huis, dat zit wel goed”.
Kees vertrekt om weer te gaan maaien, maar belooft dadelijk op de foto te gaan. Corry en ik praten over de siertuin die zij bijhoudt.
“De liefde voor het tuinieren zit mij in de genen, als kind wilde ik al altijd bloemen plukken. De familie van mijn vader had een transport- en wegenbouwbedrijf. Ik mocht regelmatig met hem mee als hij voor het werk onderweg was. Als mijn vader dan een poosje bezig was, ging ik bloemen plukken. Het was meestal in het buitengebied, en ach, toen was het nog veilig. Ik hou erg van de natuur. In mijn tuin staan planten die van mijn vader afkomstig zijn, die koester ik. Mijn dierbaarste herinneringen liggen in de tuin, van die dit gekregen, dat is door die voor mij gestekt of gezaaid. Van een overleden zwager staat ook veel in de tuin”, memoreert Corry.
Hebben jullie altijd een grote tuin gehad, Corry ?
Corry schudt van nee: “Ons eerste huis was een bovenwoning met een klein balkonnetje met heel veel bloembakken. Toen kregen wij een huis met een tuin, waar ik veel liefde en plezier in heb gestoken. Ik heb niet echt groene vingers, door lezen en goed onthouden weet ik echter best wel veel van planten. Alleen plannen is niet mijn sterke kant. Ik kan wel een plan maken, maar vervolgens hou ik me er niet aan. Ik zet altijd weer planten of bloemen ertussen. In het voorjaar denk je het wordt niets. Dan gaan de kerstrozen bloeien, komt de eerste crocus en voor je het weet staat het weer vol”.
Houden je kinderen ook van tuinieren ?
Corry glimlacht: “Wij hebben drie kinderen, waarvan de oudste een heel kleine tuin heeft in de stad, de andere dochter hier in Bergen houdt ook veel van tuinieren. Mijn zoon vond het vroeger ook leuk, maar heeft nu andere bezigheden. Maar mijn schoondochter is bevlogen van de tuin en gaat zelfs met mij mee op tuinenreis. Soms zeggen mensen wel eens tegen mij, wat heb je toch aan die tuinreizen, gaat dat niet vervelen ? Maar ik zeg dan: van mooie schilderijen krijg je toch ook niet genoeg ? Ja, je hebt gelijk, tuinmensen zijn gewoon gezellige mensen. Ongeacht afkomst of zo, het zijn altijd plantjes liefhebbers net als ik”, eindigt Corry zelfverzekerd.
Die 6 hectare wandelen gaat het niet worden. Corry leidt me door de tuin vol bloemen, kleuren en geuren. Kees komt erbij voor de foto en dan is dit vrolijke bezoek ten einde.