Land van Cuijk

“Ik ben heel trots op de Exochorda racemosa the bride”

Er is even wat geregel nodig voor we zitten, want Cecile Aarts heeft allemaal trapjes naar boven. Uiteindelijk gaan we beneden zitten op een heerlijke plek onder een grote boom. Het is weer warm en terwijl ik me installeer krijg ik een cadeautje op mijn schone vestje uit de boom. Voorzichtig omhoog kijkend bedank ik er vriendelijk voor en trek mijn vest maar uit. Cecile komt met de koffie. Ze woont op een groot terrein van 4000 m2 aan de Sambeekseweg 17 in Boxmeer.

“Deze houten tafel heeft mijn man nog gemaakt van een boom die omgehakt moest worden. Hij is in 2009 gestorven. Ja, we hadden vroeger een bomenkwekerij”, wijst ze naar achteren. “Hij heeft het gymnasium in Venray gedaan en wou daarna naar Delft. Maar hij moest van zijn ouders naar Wageningen voor de boomkwekerij. Hij was dr.ir. “zegt ze een beetje trots.

Ik vraag of ze iets wil vertellen over het bomen kweken.

“We hadden hoogstam appels en peren, maar zijn later in potten gaan kweken. Hij was al met de kwekerij begonnen toen wij nog niet getrouwd waren in 1959. Zelf was ik toen huishoudlerares. Ik hielp niet echt in het bedrijf maar moest later wel altijd thuis zijn omdat mensen planten kwamen halen. Kinderen ? Ja we hebben er drie. Zoon Mark die hier ook een moestuin heeft, heel gezellig, we hebben laatst daar nog gebarbecued. En dan nog 2 dochters. Ik heb acht kleinkinderen, vier jongens, vier meisjes”.

Wanneer zijn Cecile en haar man gestopt met het bedrijf ?

“In 1994. We stonden op Marktplaats en ze kwamen uit heel Nederland om planten te halen. We gaven ook snoeicursussen, die waren heel populair. Ja, je hebt gelijk we hadden een afwisselend leven. Eigenlijk was hij wetenschapper, maar verder ook erg handig met alles”.

De hoger gelegen tuin is eigenlijk ook best groot. Is het niet allemaal teveel voor haar ?

“Ik ben het zo gewend, ik doe alles nog zelf.

Op mijn voorstel gaan we de tuin rond. Ze is heel deskundig en kent heel erg veel namen van planten, bomen en struiken. Ik wijs op een bloeiende plant met witte bloemen die ik ook heb.

“Dat is Geitebaard. En dat daar is Deutzia die uit Boskoop komt. Mijn grote trots ? Dat is deze Exochorda racemosa the bride”. Die vind ik zo mooi. Ik haal even een boekje, dan kun je het zien”

 

Mei 2015 werd ik door Cecile gebeld: “De Exochorda staat prachtig in bloei!”. Uiteraard was dat een goede reden om nogmaals richting Sambeekseweg te trekken, ditmaal om een aantal foto’s te maken. Inderdaad een schitterende struik!

Op de foto van de bloemknoppen is te zien waaraan de Exochorda zijn Nederlandse naam “Parelstruik” te danken heeft: de bloemknoppen lijken wel parels.

Ik wacht en maak foto’s. Overal staan getuigen van haar bloemenliefhebberij. Ik zie een geelbloeiende die bij mij verschrikkelijk woekert.

“Dat is Kerria”, vertelt ze, met het boekje in haar hand. “Die moet je inderdaad in de gaten houden”. Al lopende maakt ze er gewag van dat ze sinds kort als vrijwilliger in het zorgcentrum van Boxmeer rolstoelers rijdt. “Ik heb ook bridge gespeeld maar ik had jammer genoeg een partner die niet hoefde te winnen. Nou, ik wil best af en toe eens winnen!

Als we naar achteren zijn gekuierd en de vroegere bomenkwekerij hebben gezien, maak ik een foto van haar achter de door haar man gemaakte houten tafel.