Voor Groei en Bloei Land van Cuijk bezocht ik vorige zomer wat tuinen. Deze keer de tuin van Loes Vermeer aan de Zuidelijke Bergseweg in Mill
Het is één van die mooie nazomerse dagen, we zitten buiten. Loes Vermeer en haar dochter Mirre zetten een grote parasol op, zodat ik op mijn laptop kan werken.
“Blij dat je vandaag kon komen, op maandag, want ik heb de rest van de week, samen met een collega, een grote eigen praktijk in de complementaire geneeskunde in Nijmegen. Ja, zeg maar een praktijk in alternatieve geneeswijzen. Wij hebben die praktijk nu 26 jaar”, legt Loes uit.
Kijkend op de website www.artsenacupunctuurcentrum.nl blijkt het een centrum voor preventieve geneeskune te zijn.
Mirre komt met de thee aanlopen en Loes vervolgt: “Ik was eerst huisarts, toen verpleeghuis arts, ik heb dus een reguliere artsen opleiding. Hoe oud ik ben ? Ik ben nu 62 jaar”. Lachend: “ik voel me al oud hoor. Ja, ik was getrouwd met Sjef Dollekens, cameraman bij de Lokale Omroep Mill (LOM), je kent hem vast wel.”
Hoe is de hobby van tuinieren ontstaan bij Loes ?
Loes kijkt rond in haar mooie, goed onderhouden tuin. “Tuinieren was al de grootste hobby van Sjef. Wij zochten een boerderij en dat bracht ons in Mill. We hebben het hier zelf aangelegd, ik sjouwde in de zomers ook mee. Dit was een weiland met distels en een paar bomen. Sjef had al tuinervaring, ik helemaal niet. Maar ik vind niets leuker dan grote takken snoeien en mijn man heeft me zo zoetjesaan het tuinieren bijgebracht. We hebben heel wat dagen samen in de tuin afgesjouwd”, zegt ze wat melancholiek.
Loes, hoe groot is het hier eigenlijk ? Het ziet er behoorlijk groot uit.
Loes schattend: “Ik denk dat het tuinoppervlak met de boerderij erbij zo’n 1650 m2 meet. Tja, toen Sjef twee jaar terug overleed, wist ik al waar ik tegenaan zou lopen, ik woon hier tenslotte nu 41 jaar. Er zijn gewoon werkzaamheden waar ik een man bij nodig heb. Voor snoeien en halve bomen door de hakselaar doen heb ik een grote vent nodig. Ik heb een meneer die me twee keer per jaar met zwaar werk helpt. En ik ga anders met mijn tuin om nu ik alleen ben”.
Hoe bedoelt Loes dat dan, want onderhoud is toch onderhoud ?
“De noordkant was veel te zwaar om te spaaien, daar heb ik flink gereorganiseerd. De Meidoorn op stam mocht blijven staan, de rest moest eruit. Ik heb de vijver helemaal aangepast, ik ben technisch en creatief, die vijverfilters kan ik zelf bijhouden. Ik klus zelf, repareer lampen, ik kan metselen en voegen. Ik ben de tuin gewoon heel praktisch aan het aanpakken, zodat ik hem zelf kan behappen. Noem mij maar handig, ik wil nu in de voortuin weer zelf een bank gaan maken. Weet je, je moet niet alleen maar werken in de tuin, je moet er ook van genieten. Als de maïs daar weg is”, wijst ze, “dan kan ik heel erg genieten van de ochtendschemering. En ik heb leuke kipjes, die ik graag verzorg. Sjef en ik hebben heesters geplant die om de beurt gaan bloeien tot juli. En onze bomen. Ik vind het heel stom als je mooie, oude bomen omzaagt, wij hebben onze tuin er omheen aangeplant”.
We lopen genietend door haar tuin en ik bewonder de bloemen en struiken en de vele tuinbeelden die Loes heeft gemaakt van, zoals ze zelf zegt “veel paverpol en oude lappen”. Wat mij betreft heeft Loes Vermeer het prima voor elkaar.